Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden! want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen, overmits gij [daar] niet ingaat, noch [12]degenen, die ingaan zouden, laat ingaan. 12. Of, de ingaande; dat is, die op den weg zijn om de leer des Evangelies aan te nemen, belet gij, zoveel in u is, dat zij niet voortgaan.